Contracturen, verrekkingen en spierscheuren zijn veel voorkomende blessures die opgelopen kunnen worden in zo goed als alle sporttakken en op alle niveaus. Een bewegingsverlies ter hoogte van bijvoorbeeld het bekken of de wervelkolom kan immers een verhoogde spanning veroorzaken ter hoogte van bepaalde spiergroepen met een verhoogd risico op spierblessures tot gevolg. Contracturen zullen spontaan genezen binnen de 24 tot maximum 48 uren, verrekkingen genezen in 2 tot 3 weken en spierscheuren hebben 1 week genezingstijd per cm nodig. Belangrijk is echter vooraleer aan sporthervatting wordt gedacht de onderliggende oorzaak te laten corrigeren. Zoniet zal het risico op herval zeer groot zijn : het grootste risico voor een spierblessure is een oud spierletsel!
Ten gevolge van een overbelasting van de pees die de pols dient te strekken, kan deze pees ontstoken geraken en pijn veroorzaken. Aanvankelijk enkel in het begin van de inspanning, maar later tijdens de volledige inspanning en uiteindelijk zelfs in rust. De overbelasting kan een absolute overbelasting zijn waarbij de belasting groter is geweest dan de belastbaarheid maar kan bij een relatieve overbelasting ook het gevolg zijn van een verminderde belastbaarheid van de pees. Een verminderde belastbaarheid kan dan weer het gevolg zijn van een bewegingsbeperking in de elleboog zelf, in het polsgewricht of van enkele nekwervels waardoor de pees niet optimaal zal bezenuwd worden.
Ten gevolge van een overbelasting van de pees die de pols dient te strekken, kan deze pees ontstoken geraken en pijn veroorzaken. Aanvankelijk enkel in het begin van de inspanning, maar later tijdens de volledige inspanning en uiteindelijk zelfs in rust. De overbelasting kan een absolute overbelasting zijn waarbij de belasting groter is geweest dan de belastbaarheid maar kan bij een relatieve overbelasting ook het gevolg zijn van een verminderde belastbaarheid van de pees. Een verminderde belastbaarheid kan dan weer het gevolg zijn van een bewegingsbeperking in de elleboog zelf, in het polsgewricht of van enkele nekwervels waardoor de pees niet optimaal zal bezenuwd worden.
Een overbelasting en daardoor een ontsteking van de pees aan de buitenzijde van de knie kan veroorzaakt worden door een verminderde beweeglijkheid van het gewricht tussen het scheen- en kuitbeen wat vaak voorkomt na het onschuldig verzwikken van de voet. Daarenboven kan ook een kanteling van het bekken of een bewegingsbeperking van de onderste ruggenwervels alsook het hyperproneren van de voet een oorzaak zijn. Deze blessure komt vaak voor bij lange afstandslopers maar kan ook ontstaan in andere sporttakken.
Een overbelasting en daardoor een ontsteking van de pees die over de knieschijf loopt en aanhecht aan het scheenbeen kan veroorzaakt worden door een achterwaartse kanteling van het bekken maar ook door een eventueel beenlengteverschil, platvoet of bewegingsbeperking van de onderste ruggenwervels. Deze blessure komt vaak voor bij zowel loopsporten, fietsen als bij sporten waarbij vaak gesprongen dient te worden.
Een overbelasting en daardoor een ontsteking van de achillespees kan veroorzaakt worden door een niet optimaal afrolpatroon van de voeten zoals bij uitgesproken plat- of holvoeten, hyperpronatie of hypersupinatie, een te sterk verkorte kuitspier maar ook door een bewegingsbeperking in de voet zelf.
Een ontsteking van het beenvlies rondom het scheenbeen situeert zich meestal tussen het middelste en onderste deel van het scheenbeen. Deze blessure kan zeer hardnekkig zijn, komt voornamelijk voor bij lange afstandslopers en wordt vaak veroorzaakt door lopen op hard wegdek, slechte schokabsorberende schoenen, standafwijkingen van de knieën zoals bij O-benen maar ook door bewegingsbeperkingen van de lage rug.
Het intensief en éénzijdig beoefenen van eender welke sporttak heeft vaak tot gevolg dat specifieke gewrichten feller belast worden wat aanleiding kan geven tot vroegtijdige slijtage van het kraakbeen.
Ligamentaire letsels alsook letsels ter hoogte van de gewrichtsbanden, gewrichtsluxaties, beenbreuken, tandletsels, hoofd- en snijwonden zijn zo goed als altijd het gevolg van een trauma en dus jammer genoeg inherent verbonden aan contactsporten. Wetenschappelijk onderzoek heeft aangetoond dat een recent doorgemaakt hoofdtrauma een significante verhoging op een niet-traumatische blessure tot gevolg heeft.
De mogelijkheid om met behulp van osteopathie het risico op vooral niet-traumatische kwetsuren te verminderen is hoe langer hoe meer ingeburgerd bij verschillende disciplines uit de sportwereld en dit niet enkel ter preventie van blessures maar ook voor een sneller herstel na een opgelopen blessure.
Een osteopaat met enige ervaring in deze materie kan deze blokkades vroegtijdig opsporen en corrigeren zodanig dat het risico op blessures kan gereduceerd worden. Eveneens zal de nadelige invloed van deze blokkades op de wendbaarheid, startsnelheid alsook op het recuperatievermogen verminderen. Naast deze bewegingsbeperkingen kan er ook uitvoerig aandacht besteed worden aan aspecten uit de voeding met ontegensprekelijk een invloed op het spijsverteringsapparaat.
Het verzurende effect van snelle suikers, (rood) vlees, alcohol, koemelkproducten en dergelijke is reeds algemeen gekend. Steeds meer aandacht wordt echter besteed aan de gevolgen van een verstoord bioritme ten gevolge van een eventuele jetlag, slaaptekorten alsook van een teveel aan beeldschermuren. Hiernaast wordt ook de algemene lichaamshouding gecontroleerd met de nodige aandacht voor eventuele correctie door middel van steunzolen alsook de invloed van het kaakgewricht op de lichaamshouding (dankzij research Milan Lab).
Zo nodig zal de osteopaat in samenspraak met de club- en/of huisarts doorverwijzen naar een specialist, podoloog en indien nodig naar een tandarts met ervaring in deze materie. Individueel advies naar uit te voeren stretching- en/of versterkende oefeningen behoort ook tot de taak van de osteopaat waarna de sporter zelfstandig of met de hulp van een kinesitherapeut of revalidatietrainer deze oefeningen verder kan uitvoeren. Een verbetering van met name de rompstabiliteit zal een gunstige invloed hebben op meerdere parameters die bepalend zijn voor het risico op dergelijke niet-traumatische blessures.
Op deze manier zal de individuele sporter minder vaak zijn sportprestaties noodgedwongen moeten onderbreken, zal een jeugdige speler zijn/haar evolutieproces minder vaak en minder langdurig onderbroken zien worden en kan eveneens op bestuursniveau als op niveau van de individuele sporter een aanzienlijke besparing gerealiseerd worden.
Afhankelijk van het niveau en/of de wensen van de sporter kan een dergelijke screening uitgebreid worden met bijkomende onderzoeken zoals : biochemische testen door middel van bloed- en/of urineonderzoek, lactaatmetingen, psychologische testen, conditietesten, sportspecifieke proeven en eventueel spierkrachtmetingen en bewegingsanalyses door middel van computergestuurde apparatuur in gespecialiseerde centra.